Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Hij gaf hem geen erfdeel in hetzelve, ook [8]niet een voetstap; [9]en beloofde, dat Hij hem het zelve tot een bezitting geven zou, en zijn [10]zade na hem, als hij [nog] geen kind had. 8. Dat is, niet zoveel eigendom, dat hij zijn voet daarop kon stellen. Zie Deut.2:5. Daarna heeft hij daarin een akker met ene spelonk gekocht, en dat niet om daar te wonen, maar om zijne doden daarin te begraven; Gen.23:9. 9. Dat is, hoewel Hij het beloofd had. Of, maar Hij beloofde. 10. Dat is, nakomelingen.